Blog Post

HDT: Homeopathic Detox Therapy

zimadierenhomeopathie • Jul 19, 2017

Een nieuwe behandelmethode voor dieren met chronische klachten

Ik heb onlangs de opleiding HDT gedaan en mag me nu HDT therapeut noemen (Homeopathic Detox Therapist). Naast de klassiek veterinaire homeopathie is dit een mooie aanvulling voor behandelingen in mijn praktijk.

De meeste mensen zijn min of meer bekend met het begrip detox of ontstoren, wat staat voor “ontgiften, het wegnemen van kwalijke gevolgen”. In het lichaam opgeslagen afvalstoffen worden verwijderd met natuurlijke middelen zoals kruiden, sappen en poeders.

HDT staat voor Homeopathic Detox Therapy. Het is een voor mensen ontwikkelde behandelmethode die ook voor dieren uiterst effectief is als er sprake is van een blokkade in de behandeling waardoor deze stagneert, of waardoor het dier terugvalt in klachten. De behandelmethode is gericht op het reinigings- en herstelproces van het lichaam op celniveau.

Verstoringen in lichaamsprocessen die voortkomen uit belastende stoffen ten gevolge van vaccinaties, reguliere medicatie, intoxicaties, antiparasitaire middelen en ziektes, worden tijdens de behandeling stap voor stap ontstoord. Dit gebeurt met gepotentieerde homeopathische middelen die snel, zacht, diep en effectief werken.

Ook dieren kunnen goed met deze HDT-methode behandeld worden; vanaf de geboorte en zelfs daarvoor al komt een dier in aanraking met stoffen die belastend kunnen zijn voor het lichaam. Die kunnen blokkades, verstoringen en complexe ziektebeelden gaan vormen. Het ontstoren hiervan vormt een belangrijk onderdeel van een homeopathische veterinaire behandeling.

Meestal worden vier verschillende potenties in een opeenvolgende reeks gebruikt om de gevolgen van de toxische stoffen of ziektes op te heffen. Indien nodig gebeurt dit in combinatie met voedingssupplementen en voedingsadvies. Orgaanfuncties worden hersteld zodat gezondheidsproblemen verminderen of verdwijnen.

Blootstelling aan externe belastende stoffen hoeft niet altijd tot een blokkade te leiden. Het lichaam heeft uitstekende manieren om deze toxische stoffen af te voeren, maar gaandeweg kunnen ze zich opstapelen en als het lichaam deze niet meer voldoende af kan voeren wordt het immuunsysteem van het dier aangetast. Hierdoor kunnen op den duur (chronische) klachten ontstaan. Omdat ieder dier anders is zal de één hier meer of sneller last van hebben dan de ander.

Voorbeelden van veel voorkomende belastende stoffen bij dieren zijn onder andere hormonen, corticosteroïden, verdoving bij operaties, antibiotica, hormoonzalf, vaccinaties, pijnstillers, anti parasitaire middelen en de gevolgen van niet optimale voeding. Met HDT kunnen langdurig bestaande klachten en ernstige chronische ziekten zoals huidklachten, allergieën, maagdarmklachten, ontstekingsgevoeligheid, artrose of auto immuun aandoeningen sterk verbeteren. Maar ook acute en chronische gevolgen van bijv. vaccinaties kunnen goed worden behandeld.

Binnen de HDT wordt gewerkt vanuit het principe dat externe belastende stoffen een laag veroorzaken die eerst moet worden behandeld voordat genezing kan plaatsvinden.

Deze lagen zijn:

1. Corticosteroïden

2. Vaccinaties

3. Antibiotica en NSAIDs

4. Anesthetica, narcose

5. Ontwormmiddelen

6. Middelen tegen teken en vlooien (Bravecto, Nexgard, Comfortis en meer)

7. Darmbalans en immuunsysteem


1.Corticosteroïden

Dexamethason, Prednisolon, Methylprednisolon (Moderin) en Cortison behoren tot de groep van synthetische corticosteroïden. Dit zijn hormoonachtige stoffen, die qua bouw en werking lijken op de natuurlijke corticosteroïden die het lichaam zelf maakt.

Corticosteroïden onderdrukken het afweersysteem, ze hebben een ontstekingsremmende en anti-allergische werking en worden voorgeschreven bij ziekten waarbij ontstekingen een rol spelen zoals huidaandoeningen, reumatoïde artritis, maagdarmontstekingen en auto-immuunziekten.

In de bijnieren worden de corticosteroïden cortisol en aldosteron gemaakt. Deze hormonen hebben een belangrijke werking in het lichaam. Aldosteron beïnvloedt de hoeveelheid water en zouten in het lichaam van de hond en Cortisol, ook wel het stresshormoon genoemd, beïnvloedt de stofwisseling van de hond. De werking van synthetische corticosteroïden is veel sterker dan de natuurlijke vormen.

Bekende bijwerkingen van Prednison en andere corticosteroïden zijn: veel drinken en daardoor veel plassen, erge honger (vraatzucht), hijgen en verandering in gedrag (soms vrolijker, vaker slomer).

Klachten die kunnen ontstaan na langdurig corticosteroïden gebruik zijn o.a. verminderde wondgenezing en verhoogde kans op infecties, osteoporose, spierafbraak, gevoelige en dunne huid, slechte vacht en kaalheid, immuun deficiëntie, gebrek aan energie, gewichtstoename, diabetische klachten, futloosheid en uitblijven van de loopsheid.

2.Vaccinaties

De hoeveelheid vaccins die aan dieren gegeven worden hebben ervoor gezorgd dat we op het punt zijn beland dat een grote groep dieren een overbelast immuunsysteem heeft. De "one size fits all" benadering van vaccins is problematisch voor veel dieren. Elk dier is in essentie uniek, wat betekent dat zijn of haar immuunsysteem ook uniek is. Maar vaccinatieschema's en doses die gebaseerd zijn op uniformiteit houden hier geen rekening mee, waardoor het immuunsysteem van dieren zwaar overbelast wordt.

Er zijn een aantal belangrijke verschillen tussen een natuurlijke besmetting en vaccinatie.

*Het immuunsysteem bestaat uit 2 belangrijke delen, de humorale en de cellulaire afweer. Door vaccinaties treedt er een geforceerde verschuiving van cellulaire naar humorale afweer op, wat tot verzwakking van het immuunsysteem leidt.

*Bij vaccinatie wordt meestal de primaire afweer (huid en slijmvliezen) overgeslagen. De ziektekiemen worden met een naald in het lichaam ingebracht waardoor alleen het secundaire immuunsysteem wordt geactiveerd (het aanmaken van antilichamen). Het immuunsysteem wordt hierdoor direct belast. Bovendien wordt deze procedure een aantal keren herhaald (boosters en jaarlijkse herhaling van vaccinaties), wat leidt tot bovenmatige stimulering van het immuunsysteem. Normaal gesproken reageert het lichaam bij een natuurlijke herbesmetting eerst met lokale antistoffen en krijgt de ziekteverwekker veelal geen kans het lichaam verder binnen te dringen.

*Door de manier van bereiden van vaccins wordt de structuur van virussen kapotgemaakt en wordt het immuunsysteem blootgesteld aan viraal DNA of RNA. Dit leidt wel tot een massaproductie van antilichamen hiertegen, maar door de grote gelijkenis van dit materiaal met lichaamseigen materiaal kan een auto-immuunreactie ontstaan. Bij bacteriën (bijvoorbeeld Leptospirose) werkt dit anders: antistoffen richten zich op de celwand en niet op het DNA of RNA. Een auto-immuunreactie is daarom minder snel te verwachten, maar wel allergieën en anafylactische reacties na (herhaaldelijke) vaccinatie.

*Aan een vaccin worden, behalve de ziektekiemen, nog andere stoffen toegevoegd om de werkzaamheid van het vaccin te verhogen, om het vaccin vrij te houden van bij besmetting, en/of om het vaccin te stabiliseren. Deze toegevoegde stoffen zijn vaak toxisch en in veel gevallen verantwoordelijk voor de bijwerkingen die na vaccinatie kunnen optreden.

*Nog een belangrijk verschil is dat vaccins vaak bestaan uit een combinatie van verschillende virussen en bacteriën. Het lichaam wordt aan meerdere ziektekiemen tegelijk blootgesteld, waardoor het immuunsysteem extra zwaar belast wordt.

Omdat het immuunsysteem na vaccinatie heel hard aan het reageren is om genoeg antilichamen te maken heeft het geen tijd om andere dingen te doen. Omdat de weerstand tegen andere indringers op dat moment lager is zien we geregeld na vaccinatie een ontsteking optreden. Beginnende tumoren kunnen ineens gaan groeien omdat het immuunsysteem de afwijkende cellen niet op tijd vernietigt.

Daarnaast kunnen er allergische reacties optreden door de toevoegingen aan de entstof. Dat kan gering zijn, zoals zwelling op de plaats waar is gevaccineerd, tot ernstige reacties als opzwellen van de gehele kop tot aan shock en overlijden van een dier.

Het immuunsysteem kan ook dusdanig ontregeld raken dat het niet meer weet wat wel of geen lichaamseigen cellen zijn, met auto-immuunziektes als gevolg. Inmiddels is algemeen erkend dat AIHA (Auto-Immuun-Hemolytische-Anemie) veroorzaakt kan worden door vaccinatie. Dat is een ziekte waarbij het immuunsysteem de eigen rode bloedcellen afbreekt met bloedarmoede tot gevolg.

Andere klachten die in verband worden gebracht met vaccinaties:

Huidklachten, tumoren, epilepsie, artritis, pancreatitis, diabetes, hyper- en hypoactiviteit, agressie, angsten, vervreemding, gedragsproblemen, schildklieraandoeningen, mutaties, allergieën, vruchtbaarheidsproblemen.

3. Antibiotica

Antibiotica betekenen letterlijk: “tegen het leven”. Antibiotica doden ziekteverwekkende bacteriën en zorgen er zo voor dat deze bacteriën zich niet verder in het lichaam kunnen verspreiden. Het grootste nadelige effect van antibiotica is dat het niet alleen de ziekmakende bacteriën doodt maar ook de bacteriën die nodig zijn voor een gezonde darmflora, waardoor de balans wordt verstoord. In de darmen bevindt zich 80% van het immuunsysteem. De darmen hebben talloze interacties met verschillende organen en staan in verbinding met de hersenen. In de darmen worden ziekteverwekkers herkend en wordt het immuunsysteem in werking gezet. Bij een langer durende verstoring van de darmflora raakt de eerste darmbarrière beschadigd en deze wordt op den duur doorlaatbaar. Schadelijke gisten en schimmels krijgen de kans om te groeien en kunnen door de darmwand lekken, samen met andere schadelijke stoffen. Dit wordt het leaky gut syndroom genoemd, ofwel lekkende darmen.

Hierdoor wordt het immuunsysteem geactiveerd en er ontstaat een langdurige productie van ontstekingsstoffen die naar alle organen en barrières in het lichaam worden vervoerd. Dit zijn laaggradige ontstekingen: ontstekingen waarbij het immuunsysteem aan het werk blijft omdat de ontsteking chronisch is. Het immuunsysteem draait overuren en dit kan resulteren in bijvoorbeeld een auto-immuunziekte. Dit proces kost veel energie die eigenlijk nodig is voor andere organen en processen. Er ontstaan eerst problemen in de darmen (bijvoorbeeld diarree), maar op termijn kunnen allerlei organen aangedaan raken. Pups die al op jonge leeftijd antibiotica toegediend krijgen lopen het risico om een niet optimale darmflora te ontwikkelen. Onderzoeken hebben aangetoond dat dit onder andere kan leiden tot obesitas.

Door antibiotica gebruik kunnen klachten op alle niveaus ontstaan:

Huidproblemen en allergieën, ontstekingen in het hele lichaam zoals oog- en oorontsteking, maar ook lever en nier ontstekingen en auto-immuunziekten.

Naast het ontgiften van de antibiotica is het opbouwen van de darmflora een belangrijk onderdeel van de HDT behandeling.

NSAIDs, niet-steroide ontstekingsremmers

NSAID’s hebben een ontstekingsremmend, pijnstillend en koortsverlagend effect. Ze worden vaak toegepast bij acute pijn of chronische (gewrichts) pijn zoals artrose.

NSAID's zijn medicijnen die door middel van remming van het cyclo-oxygenase-eiwit (COX) de vorming van prostaglanines in het lichaam remmen. Prostaglandines stimuleren de waarneming van pijn, verhogen de lichaamstemperatuur (koorts) en zorgen dat bloedvaten open gaan staan (roodheid bij een ontsteking). Door het toedienen van NSAIDs neemt het lichaam de pijn en ontsteking niet meer waar.

Prostaglandines zijn betrokken bij de opbouw van het maagslijmvlies. Doordat NSAID's de vorming van prostaglandines remmen, wordt het maagslijmvlies steeds dunner en kan het gemakkelijk geïrriteerd raken door het maagzuur met chronische maagklachten tot gevolg. NSAID's dienen daarom met voorzichtigheid te worden gegeven.

4. Narcose, anesthetica

Bepaalde anesthetica die bij mensen niet meer mogen worden toegepast zoals ketamine worden bij dieren nog wel gebruikt en kunnen leiden tot ernstige gedragsproblemen. Na narcose zie je vooral leverklachten. Ook zie je mentale klachten, het geleerde gedrag kan bijvoorbeeld verdwijnen. Dieren die dingen niet meer snappen of gedesoriënteerd zijn, of een verstoord dag en nachtritme.

5. Ontwormmiddelen

Regulier wordt het advies gegeven om honden 4 keer per jaar te ontwormen, waarbij pups vanaf de leeftijd van 2 weken elke 2 weken ontwormmiddel toegediend krijgen tot de leeftijd van 10 weken en daarna elke maand tot de leeftijd van 6 maanden. De meeste ontwormmiddelen worden toegediend in tabletvorm.

Preventief ontwormen is echter zinloos, een worminfectie kan immers op elk moment opgelopen worden. Bovendien is iedere ontworming een aantasting van het darmslijmvlies en kunnen frequent toegediende orale ontwormmiddelen dezelfde gevolgen hebben voor de darmflora als antibiotica en leiden tot leaky gut syndroom en weerstandproblemen.

Uit een 2 jarige studie naar het vóórkomen van wormen in honden in Nederland waarbij ontlasting van 2000 honden maandelijks onderzocht werd blijkt dat minder dan 10% van de honden in Nederland is besmet met wormen.

De meest voorkomende klachten na ontworming zijn braken en diarree. Daarnaast worden klachten als jeuk, speekselvloed, ataxie, neurologische verschijnselen, oedeem met name in en rond de bek, verminderde eetlust, versnelde hartslag en depressie gezien. In uitzonderlijke gevallen kan een hond in shock raken.

Het opbouwen van de darmflora is ook hier een belangrijk onderdeel van de HDT behandeling.

6. Anti parasitaire middelen

De stoffen die in deze middelen zitten verlammen teken en vlooien maar blijken ook neurologische verschijnselen bij honden te kunnen veroorzaken met als gevolg een stoornis van het centraal zenuwstelsel, apathie, epilepsie, ataxie.

Daarnaast komt voor: verhoogd bloedsuikergehalte, onregelmatige hartslag, langzame, oppervlakkige ademhaling, trillen, speekselvloed en kwijlen, anorexie, abnormale pupilverwijding, blindheid en desoriëntatie.

Verder is een bij honden vaak waargenomen bijwerking braken, dat meestal in de eerste 48 uur na dosering optreedt.

Langdurig gebruik kan verstoring geven in het hormoonsysteem ten gevolge van een verhoogde oestrogeenspiegel, wat bijvoorbeeld tot prostaatproblemen, onvruchtbaarheid en een onregelmatige cyclus kan leiden.

Een van de meest omstreden middelen van dit moment is het middel Bravecto dat Fluralaner bevat. Bijwerkingen die in verband gebracht worden met Bravecto zijn o.a.:

Bloedarmoede, verhoogde witte bloedcellen, ontstekingen, vermoeidheid, gedragsverandering, diarree en darmontsteking, hartritmestoornissen, alvleesklierontsteking. Hoge koorts, lever en nier functiestoornissen, spierzwakte, epilepsie.

7. Darmbalans en immuunsysteem

Een goede darmflora en een goed werkend immuunsysteem zijn een belangrijke basis voor de gezondheid van een dier. Herstellen van de darmbalans of het immuunsysteem kan als op zichzelf staande behandeling gegeven worden, of als aanvulling op andere behandelingen indien nodig.

Wilt u meer weten of heeft u vragen over deze therapie? Neem dan vrijblijvend contact met me op, ik geef u graag informatie.

Dieren, homeopathie & gezondheid

By Diane Sari 22 Apr, 2024
Leptospirose hond
By zimadierenhomeopathie 13 Dec, 2023
Een gezonde toevoeging aan de voeding
By zimadierenhomeopathie 06 Apr, 2023
WORMEN, ontwormen en natuurlijke alternatieven
By Diane Sari 26 Jan, 2023
GIARDIA, een (chronische) infectie met een staartje… In mijn praktijk kom ik met regelmaat dieren tegen die als pup of kitten te maken hebben (gehad) met giardia. Dit wordt vaak behandeld met standaard reguliere medicatie, waarna de meeste dieren weer gezond worden verklaard. Maar bij een aantal dieren blijft de infectie hardnekkig aanwezig waarna nog een kuur medicatie volgt. En soms nog een… en nog een… Als eigenaar iets om wanhopig van te worden en voor je dier een flinke aanslag op zijn gezondheid. Bij een aantal van deze dieren ontstaan er na maanden of jaren chronische klachten die allemaal terug te leiden zijn naar een eerdere giardia besmetting. Klachten zoals bijvoorbeeld overgevoeligheid voor bepaalde voeding, huidproblemen, jeuk, roodheid, allergische reacties, gedragsafwijkingen, steeds terugkerende infecties, overbelasting van de lever, nieren en lymfe, vermoeidheidsklachten en meer. Wat is giardia? Giardia is een eencellige parasiet die voorkomt in de darmen van honden, katten en wilde dieren. Giardia is een zoönose, dat wil zeggen dat je hond of kat deze parasiet over kan dragen op andere dieren, maar ook op mensen, al komt dat gelukkig niet vaak voor. Giardia is “endemisch” en de kans op besmetting is redelijk groot, afhankelijk van de plekken waar je je hond uitlaat en zijn leefomgeving. Een dier kan giardia oplopen door het opeten van ontlasting die giardia cystes bevat, door contact met besmette cystes in de ontlasting van andere dieren en door contact met cystes in water, op gras, zand en aarde. De meeste dieren worden niet ziek van giardia en krijgen geen of nauwelijks klachten. Dieren die er ziek van worden hebben meestal een verminderde weerstand. Giardia kan bij dieren van alle leeftijden voorkomen, waarbij jonge dieren over het algemeen in de meerderheid zijn. Dat komt omdat de darmflora en het immuunsysteem van jonge dieren nog in opbouw zijn en pas rond een jaar helemaal gevormd zijn. Dat maakt ze tot die tijd extra kwetsbaar. Als jonge dieren op de leeftijd van 8 – 12 weken naar een nieuwe eigenaar gaan dan geeft deze omschakeling altijd extra stress en dus een verhoogde kwetsbaarheid. Daarnaast komen ze vanuit een omgeving met bekende “ziekteverwekkers” in een situatie waarin ook deze ziekteverwekkers anders zijn en moet hun lichaam hier opnieuw aan wennen. Het is altijd goed om pups en jonge honden wat extra te ondersteunen in deze periode om ze te helpen om gezond te blijven. Als een ouder dier (opnieuw) besmet wordt met giardia dan is er altijd sprake van verminderde weerstand van het dier. Giardia ziet er uit als een peervorm met zweephaartjes die het gebruikt om zich voort te bewegen. Met behulp van een soort zuignap hecht de parasiet zich vast aan de darmwand, die hierdoor ernstig beschadigd kan worden. Door zichzelf te delen kan het zich vermenigvuldigen. In deze toestand, als peervorm - ook wel trofozoïet genoemd - kan giardia niet buiten het lichaam overleven. Komt hij met de ontlasting aan het eind van het darmkanaal dan vormt hij een beschermende laag om zich heen en wordt inactief. De parasiet zit dan in een cyste. De besmettelijke cysten kunnen niet goed tegen droogte en hitte maar kunnen maandenlang overleven in een vochtige, koele omgeving. Als een cyste wordt opgenomen via de mond of bek komen er, na contact met maagzuur, weer trofozoïeten uit die voortbewegen en zich gaan vermeerderen. In de darmen veroorzaakt giardia veel schade aan de darmwand en leidt het tot een veranderde bacterieflora in de dunne darm. Dit heeft gevolgen voor de opname van voedingsstoffen. De klachten die passen bij giardia kunnen variëren van redelijk mild tot heel heftig. Ze kunnen komen en gaan en kunnen maandenlang aanhouden als de besmetting niet wordt behandeld. De symptomen van een giardia besmetting * Wisselende, stinkende, brijige diarree, soms met slijm en bloed * Ontlasting met afwijkende kleur en geur. Bij sommige dieren is de ontlasting vettig * Buikkrampen, braken en misselijkheid * Verstoorde opname van voedingsstoffen, het dier wordt mager * Verminderde eetlust, vermoeidheid en lusteloosheid * Soms laten dieren een opvallend drukker gedrag zien Hoe komt je er achter dat je dier besmet is? Als je dier bovenstaande klachten heeft is het raadzaam om zijn ontlasting te laten onderzoeken. Dat kan bij de dierenarts of bij VPL het Woud (www.wormbestrijding.nl). De ontlasting wordt getest, bijvoorbeeld met een SNAP test of de flotatie test. Helaas is geen enkele test 100% betrouwbaar. Het komt weleens voor dat met een test de parasiet niet gevonden wordt, terwijl het dier wel besmet is. Reguliere behandeling De eerste keus medicatie in een reguliere behandeling is vaak fenbendazol (Panacur), meestal gedurende 3-5 dagen. Als het dier klachten blijft houden en de hertest ook positief is dan wordt de behandeling met Panacur meestal nog een keer herhaald of wordt er gekozen voor Metronidazol. Dat doodt helaas in veel gevallen niet alle parasieten; er is inmiddels al sprake van een toenemende resistentie van de giardia stammen tegen Metronidazol (Lalle and Hanevik 2018). Metronidazol is een antibioticum, het heeft naast een parasiet dodende werking dus ook een bacterie dodende werking met negatieve effecten op de darmflora. Door (herhaald) gebruik van Metronidazol kan er een dysbacteriose ontstaan waardoor de klachten blijven aanhouden. Als een kuur Panacur en/of Metronidazol niet voldoende effect heeft dan kan dit betekenen dat er sprake is van herbesmetting of dat de darmen ernstig zijn beschadigd. Iedere keer opnieuw de kuur verlengen heeft geen zin. Dan is het zinvoller om de darmflora te gaan ondersteunen zodat de darmen kunnen herstellen. Uit een artikel van de Universiteitskliniek Utrecht: “Opnieuw testen is alleen nuttig als het dier nog klinische symptomen vertoont. Wanneer de test [na behandeling] nog steeds positief is, duidt dat mogelijk op een andere oorzaak van de klachten of recidief, bijvoorbeeld door onvoldoende werkzaamheid van de gebruikte medicijnen of tekortschieten van de therapietrouw. De test kan ook reageren op aanwezige cystewand-eiwitten of op (vooral) een herinfectie. Daarnaast kan Giardia immunologische veranderingen binnen en buiten het maagdarmkanaal opwekken waardoor chronische symptomen blijven bestaan. Voor een gezond individu zonder klinische symptomen met een positieve Giardia-test wordt geen [reguliere] therapie geadviseerd.” https://www.uu.nl/.../art._giardia_deel_2_tvd_aug_2015-1.pdf Complementaire, natuurlijke behandeling Omdat giardia zoveel voorkomt heb ik hiervoor een behandelplan uitgewerkt waarbij voeding een rol speelt, in samenwerking met middelen die de eigen afweer van het dier versterken. Ik werk met een combinatie van homeopathie, Spagyriek en/of orthomoleculaire suppletie. Dit behandelplan kun je als ondersteuning naast een reguliere behandeling toepassen maar het kan ook als een op zichzelf staande behandeling ingezet worden. Mocht je hier meer informatie over willen, neem dan gerust contact met me op. zimadierenhomeopathie@kpnmail.nl 06-54278815
By Diane Sari 17 Mar, 2021
Natuurlijk afweermiddel tegen vlo, teek, worm, parasiet voor hond, kat en paard.
By Diane Sari 14 Feb, 2020
Botten bouillon is een gezonde toevoeging aan het voer voor uw hond en kat
By Diane Sari 08 Jan, 2020
De gevaren van Apoquel
By zimadierenhomeopathie 16 Nov, 2016
Vuurwerkangst behandeling met homeopathie
By zimadierenhomeopathie 15 Nov, 2016
Een artikel over vaccineren en alternatieven
By Diane Sari 15 Nov, 2016
22 juli 2016 Ieder voorjaar komen de vlooien en teken weer tevoorschijn. Deze plaag lijkt steeds heftiger te worden en deze beestjes kunnen voor akelige gezondheidsproblemen zorgen. Omdat chemische bestrijdingsmiddelen op de omgeving prima werken maar veel bijwerkingen kunnen hebben op een dier zelf, vroeg ik mij af of het mogelijk is om honden op een natuurlijke manier te ondersteunen in hun afweer tegen parasieten. Wat is een parasiet: Een parasiet is een levensvorm die zich ten koste van een ander organisme waarmee hij samenleeft (de gastheer) in stand houdt en vermenigvuldigt. De schade aan de gastheer is niet zo groot dat deze aan de relatie ten onder gaat. Hij leeft permanent of tijdelijk in of op zijn gastheer en onttrekt hieraan zijn voedsel. Parasieten proberen voortdurend hun eigen plek in of op het dier vast te houden en de gastheer moet met behulp van zijn afweersysteem proberen deze parasieten te weren om er zo min mogelijk last van te hebben. Dieren kunnen ziekteverschijnselen krijgen van parasieten zoals -een allergische reactie op vlooien en tekenbeten -ziektes die door teken worden overgebracht zoals lyme, babesiosis -vlooien zijn de tussengastheer voor de lintworm Er bestaan veel reguliere / chemische anti vlooien en tekenmiddelen die verkrijgbaar zijn bij de dierenarts, in dierenspeciaalzaken of via het internet. Ze zijn er in tablet vorm, spot-on, shampoo en banden. Deze middelen bevatten bijna zonder uitzondering behoorlijk heftige chemische bestanddelen die niet alleen inwerken op het (neurologische) systeem van de vlo of teek maar ook bij hond of kat heftige reacties kunnen geven. Een aantal bijwerkingen die genoemd worden n.a.v. het gebruik van reguliere anti vlo en teken middelen (deze lijst is niet compleet): -Huid-overgevoeligheid: jeuk, krabben, wrijven, haarverlies en roodheid op de toedieningsplaats -Lusteloosheid -Gedragsveranderingen: agitatie, rusteloosheid, janken -Gastro-intestinale symptomen: braken, diarree, kwijlen, verminderde eetlust -Neurologische verschijnselen zoals onregelmatige bewegingen en spiertrillingen -Anafylactische shock -Overlijden Een vaak gezien probleem is daarbij dat een hond die veel last heeft van vlooien en teken vaak ook gevoelig is voor anti-parasitaire middelen, met soms heftige reacties tot gevolg. Er is zelfs een hele Facebook pagina gewijd aan de bijwerkingen en – soms dodelijke – reacties op het Bravecto en gelijkwerkende middelen zoals Nexguard, Simparica, Comfortis en meer. Naast de reguliere bestrijdingsmiddelen zijn er ook nog een groot aantal alternatieve methoden om vlo en teek de baas te blijven, zoals het gebruik van barnsteentjes, knoflook, neempoeder, diatomeeënaarde, tic-clips en kruiden. Deze middelen worden met wisselend succes ingezet en waar de ene eigenaar laaiend enthousiast is, doet het schijnbaar voor andere dieren niets. Wat kunt u als eigenaar doen? Allereerst is het belangrijk om de weerstand van uw hond zo optimaal mogelijk te houden. Factoren die hierbij een rol spelen zijn o.a. een stressvrije omgeving, goede huisvesting, voeding en verzorging die zoveel mogelijk is aangepast aan de behoeftes van het dier. Daarnaast is er echter ook een verschil in de individuele gevoeligheid van dieren die maakt dat de individuele reacties op parasieten kunnen verschillen. De meeste eigenaren kennen in hun omgeving wel honden die erg gevoelig zijn en last hebben van vlooien en / of teken, terwijl andere dieren in hetzelfde huishouden, die hetzelfde voer krijgen, op dezelfde manier verzorgd worden en op dezelfde plekken uitgelaten worden, schijnbaar immuun zijn voor deze parasieten. Dieren met een verzwakt immuunsysteem zoals oudere honden of honden met een chronische aandoening, pups waarvan het immuunsysteem nog volop in ontwikkeling is en dieren die veelvuldig gevaccineerd zijn hebben vaker te kampen met hardnekkige vlooien en teken besmetting. Hoe sterker het immuunsysteem, hoe sterker de weerstand van het dier tegen een ziekteverwekker. Maar ook het mentale aspect kan een rol spelen: vaak zijn honden die gevoelig zijn voor parasieten honden die ook mentaal gevoelig zijn. Ze zijn als het ware fysiek en mentaal “slecht afgegrensd”. Door preventief een aantal natuurlijke middelen in te zetten om de weerbaarheid te vergroten en het immuunsysteem te versterken krijgt de hond minder last van vlooien en teken en een minder heftige reactie op hun aanwezigheid. Meer weten? Neem dan geheel vrijblijvend contact op.
Share by: